De Magiër

de Magiër

De woorden magiër en magie zijn afgeleid van het Oudperzische maguš. Dit waren zoroastrische priesters die astrologische voorspellingen deden en magische kennis hadden. Magie of toverij is de vermeende kunst van het manipuleren van de werkelijkheid met behulp van speciale objecten, spreuken en rituelen op basis van verborgen krachten.

Wij associëren manipulatie vaak met iets negatiefs. Het woord is echter heel neutraal. Het betekent met jouw wil, kennis en vaardigheden iets veranderen. We doen dit al wanneer we losse ingrediënten omvormen tot een voedzame maaltijd.

de Ourobouros en het Lemniscaat

Zowel de Ourobouros (de in eigen staart bijtende slang, die je als riem bij de Magiër kunt ontdekken) als het Lemniscaat hebben de symbolische betekenis van ‘oneindigheid’. Toch is er een verschil. Het Lemniscaat is een wiskundig teken voor het concept ‘oneindigheid’. Een Lemniscaat zegt ons ‘dit is oneindig’. De slang die in zijn eigen staart bijt, voert een actie uit om oneindig te worden. Dit symbool slaat dus meer op de beweging die oneindig gemaakt wordt.

Interessant is dan om te zien dat het concept ‘oneindigheid’ (het Lemniscaat) boven het hoofd van de Magiër is getekend. En dat de beweging ‘oneindigheid’ (de Ourobouros) als riem rondom het middel, het lichaam, is getekend.

zo Boven, zo Beneden

Magie is traditioneel. De magische handeling heeft doorgaans een ritueel karakter. Rituelen hebben betekenis. Ze laten ideeën zien door die op een bepaalde manier te vertalen. Een van de basisprincipes is de holistische voorstelling van de kosmos samen met universele sympathie (zo boven, zo beneden): de hemelsferen beïnvloeden het ondermaanse, en de macrokosmos (natuur) is een weerspiegeling van de microkosmos (mens).

In eenvoudigere termen wat we in de sterren lezen, zien we terug in mensen levens en lichamen. Wat we in de natuur aan patronen ontdekken in een enkele bloem, zien we terug in de banen die planeten maken.

Voor deze kaart betekent dit uitgangspunt dat datgene dat we conceptueel voor kunnen stellen (ideeën, visioenen en visualisaties) in de werkelijke wereld kunnen realiseren. En andersom dat hetgeen we ervaren en ontdekken in de werkelijke wereld, onze conceptuele gedachten beïnvloeden. Het inspireert ons tot nieuwe denkbeelden.

de tafel met Emblemen

Omdat magische rituelen en middelen bepaalde betekenissen hebben en verwijzen naar bijvoorbeeld relaties of hogere machten, is magie sterk symbolisch van aard. Op deze kaart heeft de Magiër de symbolen voor hem op tafel liggen. Het zijn de vier emblemen van de Tarot: het Pentagram, de Staf, de Bokaal en het Zwaard.

Deze vier symbolen tonen ook de aspecten die gehanteerd worden in de magie. Er is kennis nodig van de elementen en zintuigen (het Pentagram). Er is kennis nodig over vuur en energie en magie vraagt om bepaalde acties (de Staf). Magie vraagt om een diep geloof in zowel de persoon als de handeling. Niet alleen door degene die het ondergaat, maar ook door de uitvoerder. Hij of zij moet er met heel het hart in geloven (de Bokaal). En ten slotte is er de noodzaak voor focus en visualisatie. Het doel van de magie voor ogen zien (het Zwaard).

Doordat de emblemen vóór de Magiër op tafel liggen, wordt gezegd dat de figuur bewust is, kennis heeft van, deze aspecten en daardoor zijn magie kan beoefenen.

de Rode Rozen en de Witte Lelies

Het verschil of de dualiteit van concept en realiteit of beweging zien we tevens terug in de bloemen op deze kaart. De Witte Lelies met hun openstaande kelken tonen het ontvangende aspect. Open staan voor concepten, gedachten, inspiratie. De Rode Rozen met hun uitstekende doorns tonen een meer manifesterend, actief aspect. Raken, aantrekken, prikken.

De Rode Rozen overheersen het beeld. Een verwijzing naar het magische Doen. Elke actie verandert iets. Elke actie manipuleert. Elke actie is magisch.